In het weekend van 17-18-19 Mei streek Peter Auto met hun circus neer in Spa-Francorchamps voor de 12e editie van Spa Classic. Dit evenement is een hoogtepunt voor de historische autosport, met name op het gebied van Sportscar en GT’s.
Onze specifieke aandacht ging uit naar de Endurance Racing Legends. Een categorie binnen de Peter Auto evenementen voor Sportscar en GT auto’s uit de periode 1994-2010. Zowel bij de fans als de deelnemers is de ERL erg populair. Voor de fans zijn het doordat het moderne klassieke auto’s zijn erg herkenbare auto’s, sommigen modellen hebben zelfs tot in 2016 nog in moderne series gereden. Onder de deelnemers is de populariteit zo groot dat er voor Spa Classic voor het eerst besloten is om de klasse in 2 groepen te delen. In ERL-1 reden 21 LMP en GT1 auto’s. De grid van ERL-2 was iets groter met 26 GT2 auto’s.
Op de deelnemerslijst stonden een voor Sportscar Nederland een aantal erg interessante deelnemers, met veel Nederlandse Le Mans geschiedenis. Zo stond de Lotus Elise GT1 waar Jan Lammers en Mike Hezemans in 1997 Le Mans mee reden op de deelnemerslijst. Mike Hezemans zelf en zijn jongere broer Liam zouden met de Chevrolet aangedreven Lotus naar Spa komen, maar helaas bleek dat uiteindelijk toch niet het geval te zijn.
Met de Konrad Motorsport / Racing for Holland Lola T98/10-Ford stond het volgende stukje Nederlands sportscar geschiedenis op de deelnemerslijst. In 1999 en 2000 had Jan Lammers net Racing for Holland opgericht om samen met Tom Coronel en Peter Kox in een door Konrad Motorsport gerunde Lola aan Le Mans deel te nemen. In beide jaren zouden ze de finish niet halen. In 1999 vielen ze uit met versnellingsbak problemen en in 2000 werden ze gediskwalificeerd. De beelden horend bij deze diskwalificatie is een beroemde scene in de geschiedenis van de 24 uur van Le Mans. Tom Coronel verliest in de 2e chicane, zo’n 6km bij de pitlane vandaan, een wiel. Coronel stapt uit, haalt het wiel op en monteert deze weer op de auto. Maar volgens het reglement mag een coureur niet verder dan 30m bij zijn auto vandaan komen. Coronel moest dit wel doen om zijn wiel op te halen maar werd daar wel voor gediskwalificeerd. Ruim 25 jaar later is de auto dankzij Philippe Colancon weer terug op het circuit.
Vanaf 2001 besluit Racing for Holland zelfstandig een auto in te zetten waarbij de keuze valt op de Japanse Dome S101. Omdat Jan Lammers nogal wat moeite had om een sponsor te vinden begint hij iets wat we nu als crowdfunding kennen. In plaats van 1 grote sponsor te zoeken wordt de auto in allemaal kleine zwart/wit geblokte vlakjes gedeeld. Waarbij ieder vakje voor €5000 te koop is en het daarmee ook voor kleinere sponsoren mogelijk was om hun steentje bij te dragen. Racing Team Nederland zorgde er hiermee voor dat Le Mans populair werd in Nederland, zo werd de fan groep Drinking for Holland opgericht en kregen meerdere Nederlandse coureurs een kans bij het team. Naast teambaas Jan Lammers hebben ook Tom Coronel, Donny Crevels, Val Hillebrand, John Bosch, Jeroen Bleekemolen en David Hart met de Dome gereden. En dat ging niet onverdienstelijk met een 4e plaats in Le Mans en 2 FIA Sportscar Championship wereldtitels als beste resultaat. Ivan Vercoutere en Alex Müller brachten de auto naar Spa Classic en lieten met pole position en de overwinning in race 1 zien dat het nog altijd een hele snelle auto is.
Een andere opvallende en beroemde auto met Nederlandse roots is de Marcos LM600 van Cor Euser. In de jaren ’90 wist Cor Euser de rechten te bemachtigen om namens Marcos racewagens te bouwen. Voor de GT2 klasse in de destijds nieuwe BPR serie, de voorloper van FIA GT en huidige GT World Challenge, en de 24 uur van Le Mans creëerde hij met de LM600 een waar monster. In 1995, 1996 en 1997 reed hij ermee in Le Mans maar viel telkens uit. In latere jaren reed hij met de auto nog wel in de Dutch Supercar Challenge maar na een zware crash was de auto total loss. Recent is de auto gerestaureerd en sinds 2023 is Euser er weer mee op de circuits te vinden.
Het meest Nederlandse stuk Le Mans geschiedenis vonden we in de ERL-2 GT2 race. Daar bracht de Amerikaan Jonathan Weizman namelijk een Spyker C8 Spyder GT2R aan de start. Een Nederlands automerk, met een Nederlands team gereden door meerdere Nederlandse coureurs en recent door het Italiaans/Nederlandse Pastorelli Classic Cars weer raceklaar gemaakt. Een bijzondere auto omdat het de enige GT2 auto zonder dak is, een cabrio dus. Dat deze auto tussen alle Porsche’s, Ferrari’s en Aston Martin’s op de historische racegrids terug is, is dan ook zeker iets om als Nederlander trots op te zijn. Helaas is de auto, net zoals hij als moderne auto al was, nog steeds niet heel betrouwbaar.
De al eerder genoemde David Hart stond met zijn zoon Olivier aan de start met de Courage C60. Een auto waar geen Nederlands verleden aan zit, maar die dat door de inzet van DHG Racing inmiddels wel heeft. Het vader/zoon duo won de 2e race van het weekend nadat ze in de 1e race al 3e overall waren geworden.
